Vandaag de dag weten wij dat er achter de planeten Jupiter en Saturnus nog meer planeten zijn.
Uranus, Neptunis en de kleine Pluto.
Uranus werd ontdekt door het gebruik van verbeterde telescopen in 1781.
Neptunis werd ontdekt in 1846. Men constateerde dat er onregelmatigheden zijn in de baan van Neptunis, hetgeen erop duidt dat er nog een andere planeet moet zijn het geen de onregelmatigheden van de baan van Neptunis zou verklaren.
Toen in 1930 Pluto ontdekt werd, en het duidelijk werd dat het hier om een heel kleine planeet ging, bleven de astronomen zoeken naar een andere planeet die de onregelmatigheden in ons zonnestelsel verklaard.
In de tweede helft van de twintigste eeuw ontdekte Z. Sitchin dat op de Sumerische kleitabletten ons hele zonnestelsel nauwkeurig afgebeeld staat. Inclusief Uranus, Neptunis en Pluto. Uranus en Neptunis werden omschreven als de 'blauwe zusterplaneten'. Dat deze beschrijving klopt weten wij pas sinds de Voyager ons foto's doorstuurde waarop de kleuren van de planeten duidelijk te zien zijn.
Deze foto's bevestigden de 6000 jaar oude beschrijving afkomstig van de kleitabletten.
'Nibiru' genoemd.
Als de Sumerische kleitabletten, alle planeten die wij de afgelopen eeuwen ontdekt hebben, op een ongelofelijk nauwkeurige manier reeds beschrijven, waarom zouden we dan twijfelen aan het bestaan van nog een tiende planeet? Overgens zijn de astronomen al bezig met het zoeken naar Nibiru. Ze zoeken in de richting die de kleitabletten aangeven als de baan van planeet X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten